Opiniestuk Het Financieele Dagblad: Wen er maar aan, onze zorg zal flink veranderen
Door Dirk Jan van den Berg, voorzitter Zorgverzekeraars Nederland
Pandemie, energie, stikstof: Nederland leeft al een paar jaar van crisis naar crisis. De slow-burning crisis van de vergrijzing lijkt intussen aan de aandacht te ontsnappen. De onontkoombare problemen van onze vergrijzende samenleving zien we als eerste opdoemen in de gezondheidszorg: daar zijn oplopende wachtlijsten, personeelstekorten en stijgende kosten aan de orde van de dag. In de discussies over de stijgende zorgvraag is het goed te bedenken dat de gezondheidszorg de grootste werkgever van Nederland is. Elke week werken er 1,4 miljoen mensen in bijvoorbeeld huisartsenpraktijken, ziekenhuizen, ggz, thuiszorg, revalidatiecentra en verpleegtehuizen. Dat zijn meer mensen dan ooit. Toch kampt de sector op bijna alle plekken met personeelstekorten en hoge werkdruk. Het CBS berekende dat in Nederland in 2040 het aantal mensen boven de 65 jaar gestegen zal zijn naar 5 miljoen, terwijl onze beroepsbevolking zal krimpen. Onze toekomstige samenleving schreeuwt dan ook om een ‘deltaplan voor de vergrijzing’. Dat is er vooralsnog niet. Zorgverzekeraars waarschuwen al jaren voor de gevolgen van de verouderende bevolking. De toegang tot goede zorg komt in gevaar. En dat terwijl Nederlanders allemaal gelijke toegang tot zorg moeten hebben, ongeacht leeftijd, inkomen of gezondheid.
De gezondheidsverschillen tussen mensen met verschillende sociaal-economische posities zijn nu veel te groot. Rijkere en hoogopgeleide Nederlanders leven gemiddeld langer en krijgen gemiddeld later met gezondheidsproblemen te maken dan armere Nederlanders en lager opgeleiden. Deze verschillen blijken in ons land niet alleen groot, maar ook hardnekkig. Dit betekent dat het kabinet geld moet vrijmaken voor gezondere voeding, gezondere woningen en schone lucht. Het kabinet kan daar werk van maken door de gemeenten een ‘gezondheidsplicht’ te geven, inclusief de daarbij horende structurele financiering. Zo zijn gemeenten veel beter in staat de gezondheid van burgers gericht te verbeteren. Preventie en digitalisering helpen het personeelstekort en de werkdruk in de zorgsector te verlichten. Dat betekent in de praktijk dat de bevolking wordt gevraagd actief mee te doen. Nederlanders zullen moeten wennen aan het feit dat de gezondheidszorg van de toekomst meer vraagt van de mensen zelf, van digitale vaardigheden tot en met een gezondere leefstijl. Dat moet al jong beginnen: een gezonde leefstijl op jongere leeftijd is immers van grote, positieve invloed op gezondheid op latere leeftijd. 2/2 Gemeenten, GGD’s, zorgverzekeraars en VWS werken gezamenlijk aan een ‘gezonde generatie in 2040’: mensen met een gezond en actief leven en een stevige sociale basis. Maar om in 2040 een gezondere samenleving te kunnen zijn, moet Nederland nu stevig investeren. In 2025 moet leefstijl een integraal onderdeel zijn van de reguliere zorg. Denk aan zorg die zich richt op bijvoorbeeld meer bewegen, niet roken en gezonder eten.
Ook een betere organisatie van de zorg helpt. In afwachting van een integrale aanpak van het kabinet zetten zorgverzekeraars zich in om de organisatie van de zorg te verbeteren. Een oplossing vormen de regioplannen, waarin met slimmere coördinatie en organisatie op regionaal niveau wordt geprobeerd de personeelstekorten en hoge werkdruk in de zorg tegen te gaan. Zo is bijvoorbeeld door samenwerking met huisartsenpraktijken en ziekenhuizen de ‘Zeeuwse Zorgcoalitie’ ontstaan om in Zeeland een regionaal tekort aan huisartsen te voorkomen. Meer geld of een ander zorgsysteem zal de tekorten in de zorg niet als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Dat onze zorg onbetaalbaar dreigt te worden, werd al in 2020 bevestigd door de Sociaal-Economische Raad (SER). De zorg kostte toen al jaarlijks circa €5500 (nu bijna €7000) per persoon. Dat bedrag zal bijna verdubbeld zijn in 2040, schreef de SER, met het advies om in te zetten op preventie. Het kabinet moet actief met Nederlanders in gesprek gaan over wat de vergrijzing gaat betekenen (en nu al betekent) voor de toekomst van de gezondheidszorg. Want of we we over tien jaar net zo makkelijk bij de dokter terecht kunnen als nu, hangt vooral af van of we de gezondheidsverschillen kunnen laten verdwijnen en de organisatie van de zorg kunnen verbeteren. En van onze wil om onze leefstijl te veranderen.
Uitgelichte artikelen
Convenant: betere toegang Medisch Generalistische Zorg
Op 2 september 2024 is het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) ondertekend op het ministerie van VWS. Met dit Convenant borgen ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en Zorgverzekeraars Nederland de beschikbaarheid en toegankelijkheid van MGZ voor mensen met een indicatie voor langdurige zorg (Wlz). Het initiatief voor dit convenant is genomen tegen de achtergrond van ontwikkelingen als toenemende vergrijzing, groeiende zorgvraag, tekorten aan artsen en andere professionals in de zorg- en welzijnssector.
Zorgverzekeraars verlagen de administratieve lasten voor bijlage 2-middelen.
Zorgverzekeraars hebben besloten om per 1 september 2024 de ZN-formulieren te laten vervallen voor de SGLT2-remmers canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine én voor de DPP4-remmers linagliptine, saxagliptine, sitagliptine, vildagliptine. De afschaffing geldt voor alle patiënten die deze geneesmiddelen op of na 1 september 2024 met een recept komen afhalen in de apotheek.
Zorgverzekeraars: samen zoeken naar oplossingen seh’s en ziekenhuiszorg
Door het tekort aan arbeidskrachten, de toenemende zorgvraag door vergrijzing en de hoge(re) kwaliteitseisen komen in diverse regio’s de medisch specialistische zorg en spoedeisende hulp (seh’s) van ziekenhuizen in de regio onder ernstige druk te staan. In sommige regio’s, zoals Limburg en Friesland, zijn deze ontwikkelingen actueel. In alle regio’s zijn ziekenhuizen, zorgverleners, gemeenten en zorgverzekeraars in gesprek om de zorg anders te organiseren.