Medisch specialistische zorg

Ziekenhuizen moeten nu constructief bijdragen aan blijvende toegankelijke zorg

Vandaag publiceerde het Financieele Dagblad onderstaand opinieartikel door Dirk Jan van den Berg in reactie op het artikel in het Financieele Dagblad van 25 november over de financiële situatie van ziekenhuizen.

De gestegen energierekening, de nieuwe CAO, de prijsstijgingen van goederen en diensten, volgens de NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) zullen volgend jaar veel ziekenhuizen het zwaar krijgen. Zorgverzekeraars begrijpen heel goed dat het voor de ziekenhuizen moeilijke tijden zijn, net zoals voor andere sectoren in de zorg. Maar is het trekken van de portemonnee ten laste van de premiebetaler de oplossing? Nee, denken de zorgverzekeraars, Nederland kijkt tegen een veel groter vraagstuk aan: hoe maken wij de zorg toekomstbestendig, het onderwerp van het recent afgesloten Integraal Zorgakkoord (IZA).

Vele rapporten (o.a. WRR, SER, RVS) hebben ons al laten zien dat de zorgvraag zal toenemen, terwijl het aanbod van zorg dat niet zal kunnen bijhouden. Wij mogen er niet op rekenen dat straks 1 op de 4 mensen in de zorg werken, in plaats van de 1 op 6 die dat nu al doen. Ook de financiering van de zorg kent grenzen. De jaarlijkse bijdrage van iedere Nederlander voor de zorg staat op 7.000 euro.
Kan dit bedrag probleemloos doorgroeien naar zeg 10.000 euro per jaar, zonder de solidariteit, fundament onder ons zorgsysteem, aan te tasten? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Het IZA pakt deze handschoen op. Het is een gedeelde urgentie, een gedeelde oplossingsrichting en een gedeelde agenda, resultaat van zeer intensief overleg tussen de partijen in de zorg. Preventie, aandacht voor publieke gezondheid en koppeling met het welzijnswerk van gemeenten moet het beroep op de zorg verlichten. Een sterke eerste lijn – met huisartsen, verpleging en thuiszorg, GGZ-instellingen en een goede koppeling met gemeenten – helpt mensen snel naar de juiste plek.

Ziekenhuizen kunnen zich concentreren op passende zorg, op een motiverende organisatie encultuur, op een moderne open IT-infrastructuur en op samenwerking en uitwisseling van gegevens en ervaringen.

Het IZA is dus een belangrijk deel van de oplossing voor de ziekenhuizen. De uitkomsten voor de opzet van de acute zorg, de concentratie en spreiding van de hoog specialistische zorg en de inrichting van de basiszorg in de regio, geven richting aan de keuzes die zij moeten maken voor een gezonde bedrijfsvoering en de bijpassende investeringen. Deze enorme transformatie in de zorg kunnen wij alleen gezamenlijk oppakken. Alle partijen zullen over hun eigen schaduw heen moeten springen. In het IZA is 2,8 miljard euro uitgetrokken om deze transformaties te ondersteunen.

Zorgverzekeraars zijn in het belang van de verzekerden verantwoordelijk voor toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. Zij moeten vaak strijdige belangen afwegen, ook in de gesprekken met de ziekenhuizen over de vergoedingen in 2023. Natuurlijk moet er betaald worden voor de zorg komend jaar. Dat zal extra middelen vragen en die zijn ook beschikbaar. De zorgpremies zijn dan ook, helaas, fors gestegen. Wij verwachten dat de ziekenhuizen binnen deze kaders hun voorstellen doen en niet meer dan het noodzakelijke vragen. Ziekenhuizen die kostenstijgingen gecompenseerd willen krijgen van 10% tot 20% plaatsen zich buiten de realiteit. De situatie problematiseren en collectiviseren is onwenselijk en onnodig. Wij moeten het normale overleg van zorgaanbieder met zorgverzekeraar weer oppakken. Daar zijn wij altijd goed uitgekomen, zoals door de jaren heen is aangetoond.

Er zal in 2023 geen ziekenhuis omvallen als gevolg van de kostenstijgingen alleen. De solvabiliteit van de ziekenhuizen staat er in voldoende mate goed voor. Wij staan altijd klaar voor overleg en oplossingen als er noodsituaties dreigen, zoals bewezen in 2020 en 2021 tijdens de COVID pandemie en ook in recente individuele gevallen. Zorgverzekeraars willen ziekenhuizen een gezond financieel fundament geven op basis van de uitvoering van het IZA, maar wel met oog voor de premiebetaler die deze kosten moet opbrengen. Dit betekent dat wij de afspraken voor 2023 nu moeten afronden, waarna wij direct gezamenlijk aan de slag kunnen gaan met de implementatie van het IZA. Alleen dan kunnen wij bouwen aan blijvend toegankelijke zorg van goede kwaliteit, betaalbaar en op een degelijke financiële basis.

Zorgverzekeraars Nederland,
Dirk Jan van den Berg

Uitgelichte artikelen

Bekijk alle berichten
De Glazen Koets tijdens Prinsjesdag

ZN: toegang tot zorg belangrijkste uitdaging komende jaren

Zorgverzekeraars Nederland vindt het terecht dat het kabinet vol inzet op toegankelijke zorg voor alle verzekerden. Het personeelstekort en oplopende wachtlijsten stelt de zorg voor grote uitdagingen; scherpe keuzes blijven daarom onvermijdelijk. Het is goed dat het kabinet kiest voor het verbeteren van de digitalisering en gegevensuitwisseling in de zorg. Ook is het goed dat het kabinet meer woningen bouwt voor ouderen en niet-effectieve zorg schrapt.

Den Haag, 02-09-2024, Ondertekening van het convenant Medisch Generalistiche Zorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langer thuiswonen.
Langdurige zorg

Convenant: betere toegang Medisch Generalistische Zorg

Op 2 september 2024 is het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) ondertekend op het ministerie van VWS. Met dit Convenant borgen ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en Zorgverzekeraars Nederland de beschikbaarheid en toegankelijkheid van MGZ voor mensen met een indicatie voor langdurige zorg (Wlz). Het initiatief voor dit convenant is genomen tegen de achtergrond van ontwikkelingen als toenemende vergrijzing, groeiende zorgvraag, tekorten aan artsen en andere professionals in de zorg- en welzijnssector.

Molen met medicijnen in de apotheek
Eerstelijns­zorg

Zorgverzekeraars verlagen de administratieve lasten voor bijlage 2-middelen.

Zorgverzekeraars hebben besloten om per 1 september 2024 de ZN-formulieren te laten vervallen voor de SGLT2-remmers canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine én voor de DPP4-remmers linagliptine, saxagliptine, sitagliptine, vildagliptine. De afschaffing geldt voor alle patiënten die deze geneesmiddelen op of na 1 september 2024 met een recept komen afhalen in de apotheek. De aanpassing van de taxe voor SGLT-2- en DDP-4-remmers heeft per abuis niet plaatsgevonden per 1 september. Per 1 oktober wordt dit alsnog doorgevoerd.

Bekijk alle berichten