Zorgverzekeraars: betaalbaarheid van zorg blijft belangrijke randvoorwaarde, juist in de deze tijd
De presentatie van de Haagse miljoenennota staat in het teken van de stijgende prijzen.
Ook de zorg in Nederland wordt duurder, zo blijkt uit de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In 2023 wordt 6 miljard euro meer uitgegeven aan de zorg dan in 2022. De totale uitgaven komen daarmee op 103 miljard euro, 26,8% van de totale begroting. Zorgverzekeraars benadrukken dat “de betaalbaarheid van zorg een belangrijke randvoorwaarde blijft”. Voor verzekerden is het immers belangrijk dat zij erop kunnen vertrouwen dat goede zorg voor hen toegankelijk blijft en dat de premies zo min mogelijk hoeven te stijgen, juist in deze tijd.
De voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, Dirk Jan van den Berg, blikt in de Telegraaf en in Zorgvisie terug op de totstandkoming van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Vertegenwoordigers van de hele sector hebben met het akkoord vooruitgekeken naar de zorg voor de komende vier jaar. Uitgangspunt was daarbij het toegankelijk en betaalbaar houden van de zorg, ondanks het oplopende personeelstekort. Verzekeraars hebben intensief meegepraat en meegedacht, vanuit het belang van hun verzekerden.
Van den Berg zegt “echt blij” te zijn met het akkoord. “Wij gaan echt in gezamenlijkheid kijken hoe dingen anders kunnen. Bijvoorbeeld bij het bepalen of zorg nog wel of niet passend is. Wij gaan niet op de stoel van de arts zitten, maar kijken daar samen naar met specialisten.” Tegelijkertijd zegt hij zich zorgen te maken over de druk die verzekerden ervaren doordat nu alles duurder wordt. Dat geldt ook voor de zorgkosten, die Nederlanders voor elkaar, met elkaar betalen, via de zorgpremies. Van den Berg: “Ik kan niets zeggen over de hoogte van de premie, maar we weten dat de kosten overal toenemen. Straks moeten mensen die de boodschappen niet meer kunnen betalen, ook die premie overmaken. Dat is zorgelijk.”
Uitgelichte artikelen
Convenant: betere toegang Medisch Generalistische Zorg
Op 2 september 2024 is het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) ondertekend op het ministerie van VWS. Met dit Convenant borgen ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en Zorgverzekeraars Nederland de beschikbaarheid en toegankelijkheid van MGZ voor mensen met een indicatie voor langdurige zorg (Wlz). Het initiatief voor dit convenant is genomen tegen de achtergrond van ontwikkelingen als toenemende vergrijzing, groeiende zorgvraag, tekorten aan artsen en andere professionals in de zorg- en welzijnssector.
Zorgverzekeraars verlagen de administratieve lasten voor bijlage 2-middelen.
Zorgverzekeraars hebben besloten om per 1 september 2024 de ZN-formulieren te laten vervallen voor de SGLT2-remmers canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine én voor de DPP4-remmers linagliptine, saxagliptine, sitagliptine, vildagliptine. De afschaffing geldt voor alle patiënten die deze geneesmiddelen op of na 1 september 2024 met een recept komen afhalen in de apotheek.
Zorgverzekeraars: samen zoeken naar oplossingen seh’s en ziekenhuiszorg
Door het tekort aan arbeidskrachten, de toenemende zorgvraag door vergrijzing en de hoge(re) kwaliteitseisen komen in diverse regio’s de medisch specialistische zorg en spoedeisende hulp (seh’s) van ziekenhuizen in de regio onder ernstige druk te staan. In sommige regio’s, zoals Limburg en Friesland, zijn deze ontwikkelingen actueel. In alle regio’s zijn ziekenhuizen, zorgverleners, gemeenten en zorgverzekeraars in gesprek om de zorg anders te organiseren.