Rapport landelijke inrichting zorgcoördinatie aangeboden aan minister Kuipers
Om de toenemende druk op de acute zorg het hoofd te bieden, is het essentieel dat niet-levensbedreigende zorgvragen domeinoverstijgend en regionaal worden georganiseerd. Dit staat in het rapport ‘Advies landelijke inrichting zorgcoördinatie’ dat ActiZ, Ambulancezorg Nederland (AZN), InEen, Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) op 28 maart hebben aangeboden aan minister Kuipers.
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse ggz en Patiëntenfederatie Nederland hebben het advies medeondertekend. In de brief die minister Kuipers vandaag verstuurde aan de Tweede Kamer zegt hij het volgende: “zorgcoördinatie moet een belangrijke bijdrage leveren aan de toegankelijkheid van de acute zorg.”Naar verwachting volgt eind april een verdere inhoudelijke reactie.
De vraag naar acute zorg stijgt en wordt steeds complexer, terwijl het aanbod achter blijft vanwege personeelskrapte. Zorgcoördinatie wordt door zorgaanbieders gezien als één van de oplossingen om de toenemende druk op de acute zorg het hoofd te bieden. In zorgcoördinatievoorzieningen organiseren en coördineren verschillende regionale zorgaanbieders, zoals de huisarts, huisartsenspoedpost, ambulancezorg, wijkverpleging en geestelijke gezondheidszorg, samen alle niet-levensbedreigende acute zorgvragen. Hierdoor krijgen patiënten sneller de juiste zorg, door de juiste zorgverlener, op de juiste plek en worden schaarse zorgverleners efficiënter en effectiever ingezet. ActiZ, InEen, AZN, LNAZ en ZN hebben, in opdracht van minister Kuipers, een adviesrapport opgesteld met randvoorwaarden die nodig zijn om zorgcoördinatie te realiseren.
Veranderopgaven
Het advies aan de minister bevat zeven veranderopgaven om zorgcoördinatie te realiseren. Twee van deze veranderopgaven lichten we in dit bericht nader toe. Ten eerste moeten medewerkers van de zorgcoördinatievoorzieningen inzicht kunnen krijgen in patiëntgegevens én in de actuele beschikbare capaciteit bij ketenpartners. Hierdoor kan een zorgcoördinatievoorziening het zoeken van een juiste vervolgzorgplek of vervolgzorg voor een patiënt uit handen nemen van de zorgverlener, waardoor de zorgverlener meer tijd over houdt voor de patiënt. Ten tweede moeten de werkprocessen van de huisartsenspoedpost, ambulancezorg en acute ouderenzorg regionaal bij elkaar komen. Het advies laat – binnen de voorgestelde kaders – voldoende ruimte voor regionale invulling, waar wenselijk en mogelijk.
Te nemen stappen
Om de beweging naar zorgcoördinatie te maken, is het belangrijk dat het ministerie van VWS snel start met het realiseren van de landelijke randvoorwaarden, bijvoorbeeld voor het uitwisselen van gegevens en de bekostiging. De partijen gaan hierover medio april met minister Kuipers in gesprek.
Breed draagvlak
De NVZ, de Nederlandse GGZ en Patiëntenfederatie Nederland hebben het rapport medeondertekend en aangeboden. De Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra (NFU) en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) onderschrijven de richting van het advies en scharen zich achter de conclusies en aanbevelingen. In totaal zijn er 25 zorgpartijen betrokken geweest bij de totstandkoming van het advies.
Kamerbrief over Advies over zorgcoördinatie | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
Uitgelichte artikelen
Zorgverzekeraars blijven bezorgd over medicijntekorten ondanks daling in 2024
Zorgverzekeraars zijn bezorgd over medicijntekorten. Ook andere partijen blijven hierover zorgen houden, ook al blijken de tekorten in de laatste cijfers van de KNMP over 2024 wel te zijn gedaald. Medicijntekorten hebben een grote impact op patiënten en zorgaanbieders. Zorgverzekeraars nemen hun verantwoordelijkheid. Ze hebben al maatregelen genomen door hun inkoopbeleid (preferentiebeleid) aan te passen en werken aan extra maatregelen.
Voorlopig overstapcijfer 2025 bekend: 6,7% wisselt van zorgverzekeraar
Van alle verzekerden is eind vorig jaar 6,7 procent overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. In totaal gaat het om 1,2 miljoen overstappers. Vektis komt met dit nog voorlopig overstapcijfer op basis van de cijfers die door de zorgverzekeraars zijn aangeleverd.
Reactie ZN op onduidelijkheid GGZ-declaraties met dsm-code
Zorgverzekeraars vinden de onduidelijkheid rond de GGZ-declaraties en de vermelding van de zogeheten dsm-classificatie op de factuur onwenselijk voor de zorgaanbieders en hun patiënten. In een vroeg stadium hebben wij de overheid gewaarschuwd voor deze onduidelijkheid en aangedrongen op een tijdige oplossing.