Zorgverzekeraars en kraamzorgorganisaties bundelen krachten in convenant voor kraamzorg in Nederland
Iedere kraamvrouw moet kunnen rekenen op minimaal 24 uur kraamzorg; zo luidt het doel van het nieuwe convenant voor 2024-2025 dat 25 april is gesloten. Bo Geboortezorg en Zorgverzekeraars Nederland hebben afspraken gemaakt om te zorgen dat zelfs in tijden van krapte, iedereen die dat nodig heeft kraamzorg kan krijgen.
Het is van groot belang dat iedereen die kraamzorg nodig heeft, deze ook daadwerkelijk kan ontvangen. Tegelijkertijd is er schaarste in de kraamzorg in Nederland. Hoe nijpend de situatie is, verschilt per regio en per periode. Zo is de zomerperiode van mei tot en met september een uitdagende tijd voor kraamzorg, vanwege vakantieperiode en het feit dat de meeste kinderen in de zomer en herfst worden geboren. . Voor de regio’s waar schaarste heerst, slaan de zorgverzekeraars en zorgaanbieders de handen ineen en doen zij er alles aan om de kraamzorguren zo goed mogelijk te spreiden, zodat minimaal 24 uur kraamzorg, en zo nodig digitale zorg, geboden kan worden.
Afspraken voor verdeling van kraamzorg
Bo Geboortezorg, tekenend namens de kraamzorgorganisaties, en Zorgverzekeraars Nederland, tekenend namens de zorgverzekeraars, hebben in het convenant de volgende afspraken gemaakt:
- De beschikbare capaciteit in kraamzorguren wordt zorgvuldig gespreid, zodat alle verzekerden die zijn bevallen, minimaal 24 uur kraamzorg kunnen ontvangen. Dit geldt uitsluitend in geval van schaarste en dus met name voor de regio’s waar momenteel een nijpend tekort aan kraamzorg is.
- Alle verzekerden worden direct ingeschreven zolang de zorgaanbieder van voorkeur minimaal 24 uur zorg kan garanderen. Als dit niet mogelijk is, wordt er gebruikgemaakt van een regionale wachtlijst om de verdeling van zorg en spreiding van uren als kraamzorgaanbieders in de regio gezamenlijk op te lossen. Bij de verdeling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de kraamvrouw.
- Als regionale spreiding ook niet voldoende is, zullen de kraamzorgorganisaties in de regio contact opnemen met de zorgverzekeraar. Gezamenlijk zullen zij acties en aanvullende afspraken maken om toch de benodigde zorg te kunnen leveren.
- Iedere gecontracteerde kraamzorgaanbieder draagt de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het oplossen van de capaciteitsproblematiek. Daar waar zij zich niet aan de afspraken houden kunnen zorgverzekeraars hen aanspreken op hun verantwoordelijkheid en zo nodig een deel van de financiële toeslag terugvorderen die kraamzorgaanbieders krijgen van zorgverzekeraars.
Opleidingsfonds
Vanuit het gesloten convenant in 2023 is een opleidingsfonds ingericht waarmee inmiddels ruim 250 extra leerling kraamverzorgenden dit voorjaar aan de opleiding beginnen. De overige beschikbare opleidingsplaatsen zullen nog voor de zomer worden verdeeld zodat in september kan worden gestart met de opleiding.
Duidelijkheid en rust
Cliënten van kraamzorgaanbieders worden tijdig geïnformeerd over de nieuwe afspraken, die naar verwachting meer rust zullen geven rondom het krijgen van kraamzorg. Daarbij wordt aan zwangeren gevraagd om zich bij één kraamzorgorganisatie in te schrijven. Inschrijven bij meerdere organisaties tegelijk zorgt dat er een onjuist beeld ontstaat van de te leveren zorg. Dat staat een optimale verdeling van zorgen en uren juist in de weg.
Uitgelichte artikelen
Convenant: betere toegang Medisch Generalistische Zorg
Op 2 september 2024 is het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) ondertekend op het ministerie van VWS. Met dit Convenant borgen ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en Zorgverzekeraars Nederland de beschikbaarheid en toegankelijkheid van MGZ voor mensen met een indicatie voor langdurige zorg (Wlz). Het initiatief voor dit convenant is genomen tegen de achtergrond van ontwikkelingen als toenemende vergrijzing, groeiende zorgvraag, tekorten aan artsen en andere professionals in de zorg- en welzijnssector.
Zorgverzekeraars verlagen de administratieve lasten voor bijlage 2-middelen.
Zorgverzekeraars hebben besloten om per 1 september 2024 de ZN-formulieren te laten vervallen voor de SGLT2-remmers canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine én voor de DPP4-remmers linagliptine, saxagliptine, sitagliptine, vildagliptine. De afschaffing geldt voor alle patiënten die deze geneesmiddelen op of na 1 september 2024 met een recept komen afhalen in de apotheek.
Zorgverzekeraars: samen zoeken naar oplossingen seh’s en ziekenhuiszorg
Door het tekort aan arbeidskrachten, de toenemende zorgvraag door vergrijzing en de hoge(re) kwaliteitseisen komen in diverse regio’s de medisch specialistische zorg en spoedeisende hulp (seh’s) van ziekenhuizen in de regio onder ernstige druk te staan. In sommige regio’s, zoals Limburg en Friesland, zijn deze ontwikkelingen actueel. In alle regio’s zijn ziekenhuizen, zorgverleners, gemeenten en zorgverzekeraars in gesprek om de zorg anders te organiseren.