Zorgverzekeraars reiken minister de hand bij zorgcoördinatie
Zorgverzekeraars hebben minister Ernst Kuipers een brief gestuurd waarin zij aangeven bereid te zijn een voortrekkersrol te vervullen bij de implementatie van zorgcoördinatie. Dit willen zij doen vanuit een functionele aanpak, wat naar verwachting zorgt voor het benodigde draagvlak bij de betrokken zorgaanbieders in de regio’s. Draagvlak is de sleutel om op korte termijn tot een succesvolle uitvoering te komen.
Zorgcoördinatie kan, in de vorm zoals het is beschreven in het adviesrapport, een belangrijke bijdrage leveren aan het toekomstbestendig organiseren van de acute zorg. Zorgverzekeraars staan daarom achter de doelstellingen van zorgcoördinatie zoals beschreven in het adviesrapport ‘Advies voor Landelijke Inrichting Zorgcoördinatie’. Op 12 mei jl. heeft de minister zijn reactie op het adviesrapport per brief naar de Kamer gestuurd.
Bottom-up benadering
Zorgverzekeraars hebben een aanpak uitgewerkt om zorgcoördinatie in heel Nederland te realiseren. Het verzoek aan de minister is om de ROAZ-voorzitter en marktleider zorgverzekeraars de opdracht en het mandaat te geven om de regie te nemen bij de regionale implementatie van zorgcoördinatie. Zorgverzekeraars gaan uit van een functionele aanpak, met een bottom-up benadering vanuit samenwerkingsafspraken tussen bestaande aanbieders.
De focus van zorgcoördinatie in de dagelijkse praktijk ligt bij huisartsenzorg in ANW-uren, onplanbare nachtzorg in de wijkverpleging, ELV-coördinatiefunctie en ambulancezorg bij niet-levensbedreigende situaties. Per ROAZ-regio worden algemene afspraken gemaakt en komt er één systeem en inzicht in de actuele capaciteit van de zorg. De praktische invulling vindt plaats met zorgaanbieders per subregio, want daar ligt het zwaartepunt van zorgcoördinatie. Juist bij zorgcoördinatie is onderlinge verbondenheid en het kennen van de regionale situatie van dichtbij namelijk cruciaal. In verschillende regio’s zijn bovendien al goedlopende samenwerkingen op subregio-niveau.
Randvoorwaarden
Zorgverzekeraars willen hun verantwoordelijkheid nemen, maar kunnen dat alleen doen als hiervoor steun is vanuit het Ministerie van VWS en commitment van de zorgaanbieders in de regio. Ook is een helder kader noodzakelijk, waarin staat beschreven wat de scope is van zorgcoördinatie en binnen welk realistisch tijdsbestek de verschillende onderdelen van de implementatie gereed moeten zijn. Tenslotte is het belangrijk dat voorzien is in randvoorwaarden, zoals uitwisseling van patiëntgegevens en het inzichtelijk maken van capaciteit. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor het Ministerie van VWS.
Uitgelichte artikelen

Zorgverzekeraars: betere wachtlijstinformatie voor ggz-zorg is noodzakelijk voor mensen die zorg nodig hebben
Om een volledig beeld te krijgen bij de omvang van het aantal wachtenden en de bijbehorende wachttijden voor ggz-zorg is het van groot belang dat zoveel mogelijk ggz-zorgaanbieders, goede en betrouwbare wachttijdinformatie aanleveren bij de NZa.

Definitief cijfer: 7 procent verzekerden stapt over naar andere verzekeraar
Ruim 1,2 miljoen verzekerden zijn eind vorig jaar en begin dit jaar overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. Dat is 7 procent van de verzekerden. Vektis heeft dit vandaag bekend gemaakt. In het overstapseizoen van 2023/2024 was het overstappercentage 7,4 procent. Dit was het op een na hoogste overstapcijfer sinds 2006.

Drie digitale gezondheidsapps krijgen in 2025 ondersteuning van ZN
Zorgverzekeraars Nederland gaat in 2025 drie digitale gezondheidsapps (diga’s) voor (zelf)zorg aanvullend aan eerstelijnszorg financieel ondersteunen. Deze apps helpen patiënten laagdrempelig en kunnen inzet van zorg voorkomen. Daarnaast zijn de apps belangrijk voor passende zorg en helpen om hybride zorg te realiseren. Op dit moment worden de apps nog niet voldoende gebruikt en dreigen ze te verdwijnen door het ontbreken van financiering. Met huisartsenkoepels LHV en NHG, branchevereniging InEen en leveranciers wordt samengewerkt aan een structurele oplossing zodat wetenschappelijk bewezen gezondheidsapps blijvend kunnen worden ingezet.